zaterdag 8 april 2017

De school: dé oplossing voor al uw problemen...maar nu even niet!


Wanneer ik lees over de maatschappelijke opdracht van de school, de grenzen hieraan, de discussie hierover, dan komen er met name twee vragen bij  mij op: wie/wat willen wij zijn als school voor onze leerling en wat willen wij kinderen in de tijd dat ze onze school bezoeken nu met name meegeven en wat willen we dat ze leren?

Ik geloof dat je het niet moeilijker moet maken dan het is en dat is misschien makkelijk gezegd in een tijd dat er echt veel druk wordt uitgeoefend op scholen om een actieve bijdrage te leveren aan het verbeteren of zelfs oplossen van allerlei maatschappelijke vraagstukken (SLO, 2011). Maar een duidelijke visie op wat jij de kinderen met jouw onderwijs wil bieden en leren, is het aller belangrijkste als je goed je grenzen wil trekken. Hier als één team achter staan, maakt het alleen maar sterker. Bij elk nieuw vraagstuk, deze kritisch bekijken aan de hand van je visie en de kern van je onderwijs, maakt dat je niet zomaar meegezogen wordt in wat vooral anderen belangrijk vinden voor het onderwijs.

Volgens Biesta (2014) zijn kwalificatie, socialisatie en subjectivering belangrijke samenhangende doeldomeinen (niet alleen functies!) Onderwijsprocessen hebben altijd invloed deze drie domeinen (Biesta, 2014). Ik verwacht wel dat in de toekomst de aandacht voor socialisatie en subjectivering groter zal worden, doordat de wereld om ons heen verandert en ook zeker complexer lijkt te worden (multiculturele samenleving, technologische ontwikkelingen, meer variatie in samenstelling gezinnen, grote informatiestroom, multimedia etc.). Daarnaast is de school nog een van de weinige vanzelfsprekende socialiserende instituten (SLO, 2011). Volgens Biesta (2014) moeten, gezien de spanning die tussen de doeldomeinen bestaat (de domeinen hebben ook invloed op elkaar) de voor- en nadelen in de domeinen tegen elkaar afgewogen worden om te bepalen wat goed onderwijs is.

De school is een gemeenschap, een samenleving in het klein, waarin het socialiseren bij uitstek geoefend kan worden en waar goede begeleiding gegeven kan worden. Ouders vormen een wezenlijk deel van deze gemeenschap. De school moet daarom ook een duidelijke visie op de rol van de ouders in deze gemeenschap ontwikkelen, en op welke gebieden en in welke mate zij participatie gewenst vindt. Daarbij past een duidelijke visie op opvoeding: in hoeverre vinden wij dit een taak van de school? Daarbij is met name belangrijk dat de relatie tussen ouders en school een verbinding is die van groot belang is voor de onderwijsloopbaan van kinderen (de Winter, 2011). Wanneer de school ook hier een duidelijke visie op heeft ontwikkeld en deze ook duidelijk en geregeld met ouders deelt, kan hier beter naar gehandeld worden en kan er over in gesprek gegaan worden met ouders.Hierbij moet heel goed rekening gehouden met de populatie die de school bezoekt; van de ene groep ouders kan nu eenmaal minder verwacht worden dan een andere groep. Maar welke populatie het ook betreft: opvoeding zou altijd de gedeelde verantwoordelijkheid van school en ouders moeten zijn. In die zin heeft school ook een verantwoordelijkheid in het ondersteunen van ouders hierbij, waarmee niet gezegd is dat school deze ondersteuning ook zelf moet invullen, maar zij moet wel een goed netwerk opbouwen van waaruit de steun georganiseerd kan worden.

Burgerschapsvorming is een wettelijke opdracht van de school en neemt ook in het scenario dat wij als gameteam hebben gekozen een belangrijke rol in. In ons scenario gaat het dan met name om de sociaal burgerschap (SLO, 2011) en niet om de politieke burgerschap. Binnen onze school werken we met De Vreedzame School aan dat sociale burgerschap. De methode is uitgebreid en kan echt de kern van burgerschapvorming zijn, maar we merken wel dat wanneer het niet consequent wordt ingezet, er juist weer andere dingen de school in gehaald worden, die eigenlijk al in De Vreedzame School besloten liggen. Het team zal er daarom voor moeten gaan De Vreedzame School sterk neer te zetten en zich bij nieuwe vraagstukken moeten afvragen hoe deze zo veel mogelijk in de geest van en aansluiten op De Vreedzame School uitgevoerd kunnen worden. Dan wordt het geen stapelen, maar integreren, wat het gevoel van 'druk' zal kunnen verminderen.
Wat ik zelf in dit verband belangrijk vind is dat we leerlingen  in de eerste plaats leren hoe ze zelf (kritisch) kunnen nadenken over wat 'goed' burgerschap is. Dit in tegenstelling tot hen vertellen wat een goed burgerschap in moet houden en hoe je je als goed burger dan precies moet gedragen.

Dit heeft te maken met wat de Winter (2011) positieve vrijheid noemt. Hij pleit ervoor dat met kinderen veel meer moeten praten over hun idealen, hun identiteit en de manier waarop zij de samenleving ervaren en haar willen veranderen.

Onze school onderzoekt welk nieuwe concept of methode voor het vakdomein wereloriëntatie goed aansluit bij visie en onderwijsvorm van de school. Een goede keuze kan ook zorgen dat grenzen voor wat betreft maatschappelijke invloeden, bewaakt kunnen worden. Het is daarom ook belangrijk te kijken of en hoe maatschappelijke en eventueel ook duurzame vraagstukken al op meerdere manieren zijn geïntergreerd en ook of de 21e eeuwse vaardigheden goed vertegenwoordigd zijn. Je kunt er zo als school voor zorgen dat er naast het schoolbrede concept of methode, nog allerlei andere losse projecten nodig zijn. Het werken met losse projecten kan namelijk het gevaar van versnippering, oppervlakkigheid en gebrek aan samenhang met zich meebrengen (SLO, 2011).

Je zou je als school, bij alles wat op je af komt, je kunnen afvragen: voegt dit daadwerkelijk iets toe aan het programma dat wij nu al draaien? Kunnen we het kind er nog meer belangrijke sociale vaardigheden mee aanleren (of zijn het dezelfde, maar dan in een andere verpakking?). Bereidt dit lesprogramma of activiteit de leerling nog beter voor op een zelfstandige en sociale rol in de samenleving?
Is dit iets wat wij als school ook actief bij ouders kunnen neerleggen, daarbij rekening houdend met de populatie van de school?
Naast je vaste programma kun je als school jaarlijks, vanuit actualiteit en visie kiezen wat hier nog bij komt. Daarnaast is het natuurlijk ook altijd belangrijk om flexibel en open blijven voor actuele ontwikkelingen die vanuit het team, leerlingen, ouders en samenleving de school in komen, deze te toetsen aan visie en onderwijsconcept, teneinde de grens van de verantwoordelijkheid van de school te bepalen.

Biesta, G. (2014). Wat is goed onderwijs? Over kwalificatie, socialisatie en subjectivering. Geraadpleegd op 05-04-2017, van http://nivoz.nl/artikelen/wat-is-goed-onderwijs-over-kwalificatie-socialisatie-subjectivering/

Hooghoff, H. (2011). Tot nut van ’t algemeen. Over onderwijs en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Enschede: SLO

Winter, M. de (2011). Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Amsterdam: Uitgeverij SWP


1 opmerking:

  1. Relevante en goed opgebouwde aanvulling ten aanzien van (grenzen van ) maatschappelijke context. PI hiermee voldoende aandacht gegeven! groet, Isabelle

    BeantwoordenVerwijderen